Op website In tijdschriften De Wete
Heemkundige Kring Walcheren Heemkundige Kring Walcheren Heemkundige Kring Walcheren
Heemkundige Kring Walcheren 'Steengoede' artikelen over 't Walcherse heem
Heemkundige Kring Walcheren Je komt 'een berg' te weten
Heemkundige Kring Walcheren Om door een ringetje te halen

Pillen, poeders en pielstaertolie



Werken bij apotheek Van de Sande in Vlissingen

In Vlissingen was vanaf 1896 een apotheek gevestigd aan de Badhuisstraat 30-36. Toen Jacob Marinus Heyl (Jaap) van de Sande nog maar net zijn apothekersexamen had afgelegd, werd hem in december 1946 gevraagd de leiding van deze apotheek over te nemen. In 1947 trouwde hij met Barthilda Sophia (Tilly) Swart en in 1949 werd hij eigenaar van de apotheek in Vlissingen, die vanaf dat moment apotheek Van de Sande ging heten. Van de Sande was daar tot 1996 apotheker en werd toen opgevolgd door H.M. (Michiel) Snoek. Tegenwoordig hebben de panden aan de Badhuisstraat een andere bestemming.

De schrijfster van dit artikel werkte van 3 augustus 1974 tot 1 januari 1987 als apothekersassistente bij apotheek Van de Sande.

Poeders vouwen

In augustus 1974 werd ik bij apotheek Van de Sande in Vlissingen aangenomen als leerling-apothekersassistente en na het behalen van het staatsdiploma kon ik direct aan de slag. Nog altijd denk ik met veel plezier terug aan deze periode in mijn leven.

Het eerste wat je leerde was het vouwen van Ascal-poeders. Gaandeweg kreeg je de kennis en de vaardigheden aangereikt om capsules, zalven, crèmes, zetpillen, dranken en oogdruppels te bereiden en om het pillendraaien onder de knie te krijgen. Er werden toen nog tabletten geslagen, iets dat tegenwoordig meestal fabrieksmatig gebeurt. Met uitzondering van injectievloeistoffen konden allerhande soorten medicijnen gemaakt worden; bij Van de Sande was geen enkele receptuur onmogelijk. De bereidingen voor de voorraad vonden plaats in het souterrain, de specifieke patiëntreceptuur werd in een ruimte achter de balie van de apotheek gemaakt.

Apotheker Van de Sande gaf zelf les in een lokaaltje bij het laboratorium aan het hofje achter de apotheek, het Hofje van Verre. Je kreeg theorieles in farmaceutisch rekenen, natuur- en scheikunde, wetskennis, geneesmiddelenkennis, geneeskundige plantenkennis enzovoort. De lessen waren allesbehalve saai. Je leerde secuur te zijn en Van de Sande liet je beseffen hoe gevaarlijk een rekenfout kon zijn, getuige zijn uitspraak: “Eén komma fout en de patiënt is morsdood!” Na zo’n twee jaar theorie- en praktijkles in de apotheek deed je eerst theorie-examen en ongeveer twee maanden later praktijkexamen in Rotterdam, waarbij je in drie uur tijd vier recepten moest maken.

Van de Sande zat zelf ook in de examencommissie en hij waarschuwde ons altijd voor een medegecommitteerde, de zogenoemde menseneter. Als je die tijdens het praktijkexamen trof, kon je net zo goed naar huis gaan.

Askegel

Tijdens de leertijd maakten we eens een autotrip naar Brugge met Van de Sande achter het stuur. Eerst bezochten we een apotheek die gevestigd was in een mooi oud pand. Maar wat ons het meest opviel was de in een blauwe stofjas gehulde apothekersassistent die met een grote sigaar tussen zijn lippen poeders aan het vouwen was. Aan het uiteinde van die sigaar zat inmiddels al een forse askegel en ik vroeg me af waar die askegel terecht zou komen! Maar helaas, daar ben ik niet achter gekomen, te snel was het alweer tijd om onze reis te vervolgen voor een bezoek aan het beroemde museum Sint Janshospitaal met hospitaalapotheek in Brugge.

Na het behalen van het diploma apothekersassistente legde je de eed (of belofte) van apothekersassistente af en werd je ingeschreven in het BIG-register, waarin personen met Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg worden geregistreerd.

Van de Sande gaf niet alleen les aan leerling-apothekersassistentes, hij was ook scheikundeleraar aan de Zeevaartschool. Daarnaast was hij politiek actief; van 1966 tot en met 1971 zette hij zich in als gemeenteraadslid van Vlissingen, opvallend genoeg voor de Boerenpartij (van boer Koekoek).

Intercom

Bij apotheek Van de Sande kreeg je ook te maken met het dagelijks leven van het apothekersechtpaar. Zo zaten we eens met twee leerling-apothekersassistentes in het leslokaal toen de intercom afging. Het was mevrouw Van de Sande, die zei: “Jaap, het eten is klaar.” Van de Sande ging echter onverstoorbaar door met lesgeven. De intercom ging nog een paar keer af, waarna zijn vrouw er kennelijk genoeg van had en riep: “Jaap, als je nu niet komt, dan laat ik het eten aanbranden”, waarop hij droogjes opmerkte: “Dat doet ze toch wel.”

Er was bij de familie dus een grijs gebied tussen privé en werk. Mevrouw Van de Sande bewaarde bijvoorbeeld ook pannen met eten in de apothekerskoelkast in het souterrain, waarin onder andere insuline en zelfbereide apothekersvoorraden bewaard werden. Op een ochtend stond er weer eens een pan nasi in de weg. Ik keek in de pan, rook aan de inhoud, stelde vast dat die bedorven was en zette het pannetje met inhoud in de spoelkeuken. Aan het eind van de middag ging ik naar huis en bij thuiskomst bleek mevrouw Van de Sande mijn man te hebben gebeld met de vraag of ik wist waar de pan met nasi was gebleven. Ik belde dus terug om te vertellen dat ik die pan in de spoelkeuken had gezet omdat de inhoud niet meer fris rook. Ze was behoorlijk ontdaan. Hoe ik het toch in mijn hoofd had kunnen halen om die pan in de spoelkeuken te zetten! Ze hebben er nog dagen van gegeten…

Een Koudekerkse boer deed mevrouw Van de Sande voor de Kerst eens een gevilde haas cadeau, en ook die kwam terecht tussen de insuline en de hoestdrank. Helaas werd de haas vergeten. Totdat een assistente iets uit de koelkast nodig had en onaangenaam werd getroffen door de geur die haar tegemoetkwam…

Toen mevrouw Van de Sande een poosje in het ziekenhuis lag, kookte een personeelslid voor de apotheker. Dat hij dit waardeerde en dat het hem goed smaakte, moge blijken uit het feit dat hij het desbetreffende personeelslid een horloge cadeau deed.

Op en top dame

Gelukkig beschikte mevrouw Van de Sande over andere talenten. Als het echtpaar op stap ging was mevrouw op en top dame. Ze was een elegante vrouw die ook nog eens vloeiend Engels, Duits, Frans en Italiaans sprak.

Iedere dinsdag ging mevrouw Van de Sande naar de golfclub in Domburg. Zo kon ze even ontsnappen aan de hectiek van de apotheek. Die hectiek betrof ook haar, ze werkte hard mee als een schip of booreiland op de rede van Vlissingen lag te wachten omdat de scheepsapotheek aangevuld moest worden. Apotheker Van de Sande was gecertificeerd scheepsapotheker; hij controleerde de scheepsapotheek aan de hand van de daarvoor geldende internationale normen en leverde de benodigde aanvullingen persoonlijk aan boord af. Ook de Provinciale Stoombootdiensten, het Loodswezen, sleepdiensten, viskotters en rivierschepen maakten gebruik van de diensten van apotheek Van de Sande.

Ieder jaar ging de apotheker met zijn vrouw naar Merano in Italië. Daar werd een apothekerscongres gehouden. Mevrouw Van de Sande maakte dan samen met andere dames uitstapjes in haar geliefde Italië. Tijdens hun afwezigheid was het ‘feest’ in de apotheek. Er werden ragoutbroodjes en appelflappen gehaald bij bakker Speckens en – buiten het zicht van de klanten – was het dan in het souterrain, waar de apothekersvoorraden gemaakt werden, een dolle boel. Een oudere apothekersassistente met enig gezag vond het op een gegeven moment wel weer welletjes, waarna iedereen weer aan het werk ging. 

In het souterrain was het sowieso goed toeven. Daar kon even stoom worden afgeblazen. Ook minder leuke gebeurtenissen speelden zich hier af. Maar de stemming onder het personeel was altijd goed en niemand die zich daar ooit verveelde.

Apotheek Van de Sande had een aantal ‘eigen receptuur’-middelen, zoals hoestdrank, brandzalf, mondspoelmiddel en de beroemde pijlstaartolie. Deze olie werd meegebracht door de Arnemuidse werksters die de apotheek schoonhielden en werd gebruikt als middel tegen reumatische aandoeningen. Nieuwe assistentes uit bijvoorbeeld Rotterdam of Den Haag hadden geen idee wat een klant bedoelde als hij of zij om pielstaertolie vroeg.

Torpedo

De klanten kwamen uit alle lagen van de bevolking. Van de commissaris van de Koningin tot de boer die op zijn klompen de apotheek binnen kwam lopen en om ’oesdrank, ofwel hoestdrank, vroeg. Bij die boer kwam de apotheker het graag zelf afhandelen en het gesprek ging dan terloops ook over het boerenwerk.

Als de familie Fieret van de overkant (Zeeuws-Vlaanderen dus) binnenkwam, rook de apotheek naar vis. Ze stonden elke vrijdag met hun viskraam op de markt in Vlissingen en kwamen dan – net als de apothekersassistenten gekleed in witte jassen – de medicijnen ophalen die de homeopathische arts Brons had voorgeschreven.

Er waren ook twee oudere ongehuwde dames die altijd rond sluitingstijd met een waslijst middelen van dokter Vogel langskwamen, wat veel werk met zich meebracht. Gelukkig lieten ze het meeste bezorgen.

Een dame die op de Boulevard woonde kwam regelmatig rozenwater halen. “Wél de échte, hè?”, zei ze dan. Na afloop dronk ze in haar auto koffie uit een thermoskan.

Het kon gebeuren dat een assistente tegen een klant zei dat hij even kon wachten en dat deze dan antwoordde: “O mooi, dan eet ik ondertussen m’n boterhammen op.”

Op de vraag “Bent u particulier of ziekenfonds?” antwoordde iemand ooit: “Nee, ik ben bejaard.”

Een klant die geen baat had gevonden bij de voorgeschreven zetpillen (daarmee had ze namelijk over haar pijnlijke knie gewreven) kreeg van de apotheker duidelijke uitleg over de toepassingswijze: “Het is net een torpedo: met de punt omhoog inbrengen in de anus. U weet wel waar dat is, hè?”

Apotheek Van de Sande rekende ook dieren tot zijn klanten. Zo kwamen duivenmelkers naar de apotheek voor speciale receptuur voor hun duiven. Van de Sande stond voor iedereen klaar en nee verkopen bestond niet.

Tot slot was er nog een groep die een aparte aanpak vergde: de drugsverslaafden. Als ze de apotheek binnenkwamen moest je oppassen, want ze konden agressief worden als ze niet snel genoeg kregen wat ze wilden hebben.

Vertegenwoordigers konden op een speciale behandeling van de apotheker rekenen. Eerst liet hij ze héél lang wachten en vervolgens steggelde hij lang over de prijs. Sommige vertegenwoordigers probeerden hem te ‘lijmen’ met cadeautjes voor de assistentes, zoals thermometers. Die werden in ontvangst genomen, van een prijskaartje voorzien en in de winkel te koop aangeboden.

Tot slot

In 1987 ben ik gestopt bij de apotheek, omdat mijn dochter zich aandiende. Voor mijn gevoel was dat precies op tijd, omdat het ambachtelijke werk dat ik altijd zo mooi vond begon te verdwijnen. Steeds minder werden recepten door de apothekersassistent bereid. Heden ten dage lijkt de apothekersassistent niet meer dan iemand die de juiste hoeveelheid pillenstrips in een doosje doet of een zalf, crème of drankje uit een la trekt om die met een folder over de werking van het medicijn aan de klant te overhandigen. Pillen, drankjes, zalven en andere recepturen worden nu kant-en-klaar door de farmaceutische industrie aangeleverd.

Het is het lot van veel ambachtelijke beroepen. Ik vind dat jammer, niet alleen omdat ik met veel plezier en passie mijn beroep als apothekersassistente bij deze mooie apotheek aan de Badhuisstraat in Vlissingen heb mogen uitoefenen, maar vooral ook omdat er (op diverse gebieden) heel veel kennis verloren gaat. 

P.S.C. Schroevers-Jakobsen

Apotheek Van de Sande, Badhuisstraat, Vlissingen, 1964. (ZB, Beeldbank Zeeland, A. van Wyngen, 33907)

Apotheker Van de Sande in zijn laboratorium, gevestigd in het Hofje van Verre in de Hobeinstraat, ca. 1963. (ZB, Beeldbank Zeeland, A. van Wyngen, 49160)

Personeel apotheek Van de Sande in het souterrain, ca. 1968. V.l.n.r.: Riet Mechielsen, Joke Kramer, Ria Westerweel, Irene Klein, Adje Aarnoutse, Ditty Nederlof, Olga Slager. (Zeeuws Archief, fotocoll. Vlissingen, nr. 14475)

Binnenplaats van het hofje in de Hobeinstraat, ook wel het Hofje van Verre genoemd. Van Verre was een kruidenier in de Coosje Buskenstraat die de huisjes omstreeks 1896 liet bouwen. In 1985 werd het hofje gekocht door apotheker J.M.H. van de Sande om een betere toegang te hebben voor leveranciers. (Zeeuws Archief, fotocoll. Vlissingen, nr. 8944)

Voorraad maken in het souterrain van apotheek Van de Sande, ca. 1980. Links mevrouw P.S.C. Schroevers-Jakobsen. (coll. Schroevers)

Het apothekersechtpaar J.M.H. van de Sande en B.S. van de Sande-Swart, ca. 1990. (Zeeuws Archief, fotocoll. Vlissingen, nr. 10428)

 

 


Pillen, poeders en pielstaertolie






Terug